From 1 - 10 / 34
  • Geometrie van alle wijken en buurten in de gemeente Assen. De begrenzingen van de wijken en buurten zijn afgestemd op de GBKN/Top10NL.

  • Hoog Nederland is het deel van Nederland waar het oppervlak grotendeels bestaat uit pleistocene afzettingen. Ongeveer een kwart van dit areaal is tijdens het Holoceen (na 10.000 BP) afgedekt door sediment dat is afgezet door water (colluvium, beek- en rivierafzettingen e.d.), wind (stuifzand), plantengroei (veen) en de mens (cultuurdekken). Door deze afdekkingen zijn de archologische resten veelal beter beschermd tegen latere verstoringen.

  • Locatiegegevens: boorbeschrijvingen en profielbeschrijvingen. Een boorbeschrijving geeft van een locatie informatie over de gelaagdheid en profielkenmerken tot een diepte van 1 à 2 en deels tot 3 m-mv. De informatie wordt door ervaren bodemkundigen verzameld, de kenmerken worden geschat. Er zijn 280 000 boorbeschrijvingen opgeslagen in het Bodemkundig Informatiesysteem. Profielbeschrijvingen: Een profielbeschrijving geeft van een locatie informatie over de gelaagdheid en profielkenmerken tot een diepte van 1 à 2 m-mv. De informatie wordt door ervaren bodemkundigen verzameld, de kenmerken worden geschat en aangevuld met geanalyseerde gegevens. Profielbeschrijvingen zijn vaak uitgebreider dan boorbeschrijvingen. 11 500 profielbeschrijvingen opgeslagen in het Bodemkundig Informatie Systeem (Tot nu toe werd voor deze profielen een tweedeling gemaakt in BIS-profielen en LSK-profielen) Informatie over: Locatie (X- en Y- coördinaat, grondgebruik), Bewortelbare diepte, Gemiddeld Hoogste en Laagste Grondwaterstand (GHG en GLG), Vertaling laaginformatie naar bodemtype, Begin- en einddiepte van de laag, Samenstelling van de laag (% organische stof, % lutum, % leem en zandgrofheid, kalk, veensoort), Beïnvloeding van de laag door bodemvormende processen (veraarde bovengrond, podzol B-horizont, enz.), Moedermateriaal in de laag. Nog extra voor de profielbeschrijvingen: Monsteropslagnummer (van veel bemonsterde horizonten is een fysiek monster opgeslagen in het rondmonsterarchief, zodat er in de toekomst aanvullende bepalingen verricht kunnen worden) , Geanalyseerde gegevens over één of meer van de volgende aspecten: o % organische stof en korrelgrootteverdeling o pH en CaCO3 o bodemvruchtbaarheidskenmerken (Pw-get. P-tot, C/N, enz.) o fysische kenmerken (doorlatendheid, vochtfracties, dichtheid, enz.) o Adsorptie en fixatie (Fosfaat-fixatie, K-fixatie, P-ox, Fe-ox, Al-ox, enz.) o Totaalgehalten (totaal Fe2O3, K, Na, Ca, enz.) o Zware metalen (Pb, Cd, As, Cr, Hg, Ni, Zn) o Bodemvochtsamenstelling

  • Omvat de functieklassen gebasseerd op het Besluit bodemkwaliteit. Het Besluit bodemkwaliteit omvat regels voor de toepassingen van grond, baggerspecie en bouwstoffen. Verder stelt het kwaliteitseisen aan de uitvoering van bodemwerkzaamheden en is er een bodemkwaliteitskaart opgesteld in het kader van het besluit bodemkwaliteit.

  • Overzicht van Musea in Fryslan.

  • De geschiktheid voor ondergronds bouwen is uitgedrukt in twee factoren die belangrijk zijn bij het aanleggen van een bouwput (zie rapportage, kaartbijlagen D en E). Deze dataset vormt samen met drie andere datasets (betrouwbaarheid TNO-kaarten, zettingsgevoeligheid, dikte holoceen) de informatie om de geschiktheid van de ondergrond voor bouwen op slappe grond en ondergronds bouwen te bepalen en hoort bij het onderzoeksrapport "Geschiktheidskaarten van de ondergrond voor bouwen in Noord-Holland". Voor het vervaardigen van het bestand is gebruik gemaakt van alle binnen en net buiten Noord-Holland beschikbare boringen in de DINO database van TNO, en kaarten van bodem- en geologische structuren.

  • Deze dataset vormt samen met vier andere datasets (betrouwbaarheid TNO kaarten, zettingsgevoeligheid (slappe grond), dikte holoceen en opbarsting damwand) de informatie om de geschiktheid van de ondergrond voor bouwen op slappe grond en ondergronds bouwen te bepalen. Deze kaart hoort bij het onderzoeksrapport "Geschiktheidskaarten van de ondergrond voor bouwen in Noord-Holland". Bij de constructie van deze kaart is eerst berekend welk gedeelte van de boringen het holocene pakket heeft doorboord. Een boring die het totale holocene pakket heeft doorboord geeft betrouwbaarder informatie dan een boring die slechts een deel heeft doorboord. Vervolgens is gekeken naar de ruimtelijke verdeling van de boringen. In kaartbijlage G (zie rapport) is de betrouwbaarheid in drie klassen verdeeld, van meest betrouwbaar tot minst betrouwbaar.

  • Het project Oude paden – Nieuwe wegen is in 2006 van start gegaan en afgerond in 2009. Het is een samenwerkingsverband tussen Steunpunt Monumentenzorg Fryslân, Landschapsbeheer Friesland, Doarpswurk, Plattelânsprojekten van de Provincie Fryslân, het Keuning Instituut en het Lectoraat Plattelandsvernieuwing van Van Hall Larenstein. Deze kaart toont de aanvullingen op de reeds bekende historische paden in Friesland. De gegevens zijn verzameld tijdens workshops in de diverse regio's, op basis van de kennis van de lokale bewoners en geïnteresseerden

  • Het bestand Historisch Grondgebruik Nederland is een rasterbestand met een resolutie van 25 meter.(Per 25 * 25 meter gridcel is een grondgebruikklasse bepaald) Het bestand is afgeleid uit de topografische kaarten 1 : 25.000 rond de periode 1980. Er worden tenminste 10 typen landgebruik onderscheiden. Het bestand is vervaardigd door gescande topografische kaarten te classificeren.

  • Het project Oude paden – Nieuwe wegen is in 2006 van start gegaan en afgerond in 2009. Het is een samenwerkingsverband tussen Steunpunt Monumentenzorg Fryslân, Landschapsbeheer Friesland, Doarpswurk, Plattelânsprojekten van de Provincie Fryslân, het Keuning Instituut en het Lectoraat Plattelandsvernieuwing van Van Hall Larenstein. Deze kaart toont puntlocaties langs reeds bekende historische paden in Friesland. De gegevens zijn verzameld tijdens workshops in de diverse regio's, op basis van de kennis van de lokale bewoners en geïnteresseerden.