From 1 - 10 / 23
  • Hoofdinfrastructuur van de Eems Dollard Regio.

  • Inventarisatie risicovolle activiteiten in het kader van de bodembescherming, vlakinformatie.

  • Begrenzing ruimtelijke ontwikkeling van kernen in het kader van de signaalnotitie d.d. 21 maart 1997.

  • Statische indeling wijken en buurten.

  • In het Streekplan Drenthe, vastgesteld 27 juni 1990, zijn op kaart B 9.1 de archeologische waarden, de overblijfselen in de bodem van menselijke activiteiten uit het verleden, weergegeven. In dit bestand zijn deze aangegeven als waardevol, meer waardevol en meest waardevol.

  • Informatie over gebouwen voor de verblijfsaccommodatie, verzameld via enquetes.

  • Gewenste natuurdoeltypen van bestaande en nieuwe natuurgebieden overeenkomstig de gebiedsvisies van de Provincie Drenthe, te weten: Noordenveld, Smilde, Drentse Aa, Hunze / Veenkolonien, Vledder- en Wapserveense Aa, Oude Vaart, Middenveld / Oude Diep, Geeser-, Wester- en Sleenerstroom, Reest / Hollandscheveld en de Zuidoostdrentse veengebieden, situatie 1996. (Van enkele gebiedsvisies zijn de natuurdoeltypen op een grover schaalniveau dan 1:10.000 geklassificeerd). De natuurdoeltypen zijn een streefbeeld voor de realiseringstermijn (tot 2018) van de Ecologische Hoofdstructuur van de provincie Drenthe.

  • Tussen 1974 en 1978 is in dit kader de milieukartering van Drenthe gedaan ten behoeve van de ruimtelijke planning op nationaal niveau. De milieukartering bevat verschillende eigenschappen van het natuurlijk milieu. Een van deze eigenschappen is de landschappenkaart. De landschappenkaart is opgebouwd aan de hand van vorm, inrichting en topografische eigenschappen in 9 verschillende typen landschappen.

  • Ruimtelijke ontwikkeling van kernen in het kader van de signaalnotitie dd. 21 maart 1997.

  • Veendikte kaartblad 16 oost en 17 west. Verder tevens aanvullende informatie die gebruikt is bij de gt-revisie.De tabel tabelgt.txt hoort bij deze dataset.Rapport: Actualisatie 1:50.000 Drents deel kaartbladen 16 oost (Steenwijk) en 17 west (Emmen), 1996, P.A. Finke e.a., SC-DLO, Wageningen, rapport 439.