2009
License
Type of resources
Categories
protocol
Years
revisionDateYears
publicationDateYears
-
Projecten uit het Netwerkprogramma Brabantstad Bereikbaar - Punt
-
Dit bestand bevat watergangen (maren en sloten) van de provincie en daaraan gekoppeld de resultaten van de verschillende monitoringen op deze sloten die in de loop van de jaren door de provincie Groningen zijn uitgevoerd.In het weidse wierdenlandschap kronkelen de maren om de dorpen om ze via het water te ontsluiten. De maren vormen de basis voor de kenmerkende onregelmatige blokverkaveling, zoals die nog herkenbaar is in Middag Humsterland, het Reitdiep, nabij Middelstum en in het gebied te noorden van Appingedam en Delfzijl. In dit oude kwelderlandschap staat het behoud van de kleinschaligheid voorop dat zich kenmerkt door onregelmatig gevormde percelen die worden gescheiden door kromme sloten. Deze sloten benadrukken de verkaveling. Andere sloten hangen vanuit hun natuurlijke oorsprong samen met andere sloten en/of waterlopen. Van deze voormalige sloten is alleen het reliëf nog aanwezig in de vorm van laagten in het landschap. Aan de waddenkust zijn in de loop der eeuwen opeenvolgende reeksen grootschalig open polders gescheiden door parallelle dijken ontstaan. De opstrekkende verkaveling loodrecht op de dijken geeft een duidelijk beeld van de ontginningsgeschiedenis. Dit komt tot uitdrukking in het slotenpatroon langs de kust en in de Fivelboezem. De waardevolle opstrekkende verkaveling bestaat uit een regelmatig patroon van (zeer) langgerekte kavels gescheiden door sloten en landbouwontsluitingswegen die het historisch recht van opstrek zichtbaar maken.
-
Bestaande NS wandeltochten, inclusief vervallen NS-wandelingen sinds 2008 (deze worden OV-stappers genoemd). Rond 1 april van elk jaar worden vier nieuwe NS-wandelingen toegevoegd. NS-wandelingen volgen grotendeels delen van het bestaande LAW-netwerk (inclusief Nationale Streekpaden).
-
Het LGN6 monitoringsbestand is een landsdekkend rasterbestand met een resolutie van 25 meter. De LGN6 klassen zijn geaggregeerd naar 8 monitoringsklassen. Het bestand biedt de mogelijkheid om met behulp van het veranderingsbestand veranderingen in het landgebruik tussen 2003 en 2008 te volgen. A.g.v. veranderingen in de methodiek bij de vervaardiging van LGN6 kan het zijn dat de monitoringsklassen van LGN5 en LGN6 gelijk zijn gebleven terwijl er wel een landgebruiksverandering is opgetreden in betreffende periode.
-
De set bevat het geografische contour component van de bestemmingsplannen. Met bij het vlak een Bestemmingsplannummer dat gekoppeld kan worden aan aanvullende informatie.
-
De Nulmeting op Kaart 2007 (NOK2007) geeft een landelijk beeld van de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en Recreatie om de Stad (RodS) op 1 januari 2007. Het betreft realisatie van de begrenzing, verwerving en inrichting. Het is het gezamenlijke vertrekpunt van LNV en de provincies van de stand van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) bij de start op 1 januari 2007. De NOK2007-kaart bestaat uit drie onderdelen: voortgang van de EHS, voortgang van RodS en eigendommen van BBL buiten de begrenzingen van EHS en RodS. Voor de begrenzing van de RodS is de begrenzing uit de Agenda Vitaal Platteland overgenomen. Voor meer informatie: zie het rapport 'Eindrapportage Nulmeting op Kaart (NOK) - november 2009' op http://edepot.wur.nl/352983
-
Aan de basis van de vele gezichten van Brabant ligt de afwisseling van de niet-levende natuur: van reliÿ¿ÿ¿ÿ¿ÿ¿ÿ¿ÿ¿ÿ¿ÿ¿ÿ¿ÿ¿ÿ¿ÿ¿ÿ¿ÿ¿ÿ¿ÿ«f, bodemtype en watersysteem. Slechts op sommige plaatsen hebben de (fossiele) verschijnselen van de niet-levende natuur nog een gave vorm of zijn aardkundige processen actief, hier is sprake van aardkundige waarden. De Provincie Noord-Brabant wil haar aardkundige waarden behouden en door het benoemen van aardkundige monumenten de bijzondere verhalen van die gebieden vertellen aan een breed publiek. Het puntenbestand geeft indicatief de ligging van de aangewezen monumenten weer. Het bestand zal worden uitgebreid als meer monumenten worden aangewezen.
-
Dit betreft de gebieden die op 950 meter hemelsbreed van sirenes zijn gelegen zonder overlap. Het feitelijke dekkinggebied is afhankelijk van bebouwing, hoogteverschillen, windrichting en windsnelheid.
-
Deze data is gestandaardiseerd voor de provinciale aanlevering INSPIRE. De Wet ammoniak en veehouderij beschermt zeer kwetsbare gebieden tegen de uitstoot van ammoniak die wordt veroorzaakt door veehouderijen. Op grond van deze wet wijzen Provinciale Staten gebieden aan die als zeer kwetsbaar worden aangemerkt.
-
Het Digitaal Geologisch Model (DGM) is een driedimensionaal lagenmodel van de Nederlandse ondergrond tot een diepte van ongeveer 500 m onder NAP, met lokaal uitschieters tot 1200 m. De ondergrondlagen in dit deel van de ondergrond bestaan hoofdzakelijk uit onverharde sedimenten, waarin de grondsoorten klei, zand, grind en veen voorkomen. De lagen worden op basis van verschillen in lithologie en andere eigenschappen ingedeeld in lithostratigrafische eenheden. DGM is een model van de opbouw en de samenhang (geometrie) van deze lithostratigrafische eenheden. De hoogteligging van de onder- en bovenkant en de dikte van de eenheden worden vastgelegd in gridbestanden (rasters) met een celgrootte van 100 bij 100 m. Behalve de laaginformatie bevat DGM ook de geïnterpreteerde boorbeschrijvingen die bij het maken van het model gebruikt zijn. Het modelgebied van DGM bestaat uit het vasteland van Nederland. De ondergrond van het Nederlandse deel van het Continentaal Plat is niet in DGM opgenomen. DGM is een regionaal model. Het is niet geschikt voor gebruik op lokale schaal; voor het maken van een lokaal ondergrondmodel zullen altijd aanvullende gegevens nodig zijn. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de website van de BRO: https://basisregistratieondergrond.nl/