From 1 - 10 / 124
  • In dit bestand zijn de geluidscontouren langs provinciale wegen vastgelegd voor het peiljaar 2011. Deze contouren zijn berekend voor de EU-geluidskartering (2e tranche). Het bestand bevat de contouren van de geluidsbelasting langs provinciale wegen. De geluidsbelasting is zoveel mogelijk bepaald overeenkomstig de Handreiking omgevingslawaai (VROM, september 2004). Deze handreiking is opgesteld in het kader van de Europese Richtlijn omgevingslawaai. De geluidsbelasting is berekend met het model SKM-II. Er is rekening gehouden met stil asfalt en geluidsschermen. De aftrek op grond van artikel 103 van de Wet geluidhinder is niet toegepast. Er zijn twee geluidindicatoren gebruikt: 1. de categorie dag (Lden, dit is het (energetisch) gemiddelde over de dag-, avond- en nachtperiode). 2. de categorie nacht (Lnight, dit is het gemiddelde geluidniveau over de nachtperiode (23.00 tot 07.00 uur)).

  • In dit bestand worden stroomgebieden getoond van het Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDOD) en waterschap Vechtstromen (VS) die afwateren naar de Vecht, IJssel en Zwarte Water/Zwarte Meer. Hierbij zijn de uiterwaarden van Vecht, IJssel en Zwarte Water/Zwarte Meer ook meegenomen. Het zijn geen peilgebieden of streefpeilgebieden, maar het is een geheel van peilgebieden en/of streefpeilgebieden die samen een stroomgebied vormen.

  • Bestaande Regionale Fietsknooppunten, geleverd vanuit de Landelijke Routedatabank van Stichting Landelijk Fietsplatform.

  • Bestaande Landelijke Fietsroutes, geleverd vanuit de Landelijke Routedatabank van Stichting Landelijk Fietsplatform.

  • Deze kaartlaag bevat berekende clusters aan de hand van de warmtevraagkaart op rasterniveau. Aan de hand van deze kaart en de ondergrens van 1.000 gigajoules per hectare per jaar is een selectie van gebieden ontstaan die voldoende warmtedichtheid hebben voor een collectieve oplossing. Rondom deze clusters is een buffer van 50 meter getrokken om naburige panden en adressen die bijgedragen hebben aan de hoge warmtevraagdichtheid te betrekken bij het cluster. Van de overbleven clustertjes is eerst gekeken of deze voldoen aan de ondergrens van 500 gigajoules per jaar voor collectieve oplossingen. De overgebleven clusters zijn vervolgens gebufferd met 300 meter om te identificeren welke clusters als kralen geregen kunnen worden om tot een groter netwerk te komen. Van deze grote clusters is vervolgens de warmtevraag berekend. Voor het effectief benutten van een ondiep geothermiesysteem is een ondergrens aan warmtevraag nodig. In deze kaartlaag is deze ondergrens ingesteld op 50.000 gigajoules per jaar. Clusters waarvan de warmtevraag lager uitviel zijn daarom uitgesloten. Voor het bepalen van het ondergrondse warmteaanbod onder het cluster is verder gewerkt vanuit de "geregen clusters". Aan deze clusters is een buffer toegevoegd van 700 meter om tot een totaal van 1.000 meter te komen vanaf de initiële clusters. Vanuit de ondiepe geothermie potentiekaarten (OGT-kaarten) Breda en Brussel is een warmteaanbod-dichtheid berekend in de bodem onder het cluster. Deze dichtheid is vermenigvuldigd met de oppervlakte van het cluster om het totale warmteaanbod te berekenen. Dit berekende warmteaanbod en de berekende warmtevraag van het cluster maken een deelsom met de dekkingsgraad als antwoord.

  • Deze kaartlaag laat het stedelijk hitte eiland effect in graden Celsius zien. Het stedelijk hitte eiland effect is het gemiddelde luchttemperatuurverschil tussen de stedelijke en omliggende landelijke gebieden. Deze kaartlaag geeft een voorspelling weer op basis van verschillende onderliggende kaartgegevens: bevolkingsdichtheid, windsnelheid, hoeveelheid groen, blauw en verharding. Het stedelijk hitte eiland effect is het grootst in een omgeving met weinig groen en veel bebouwing. Het effect met bijbehorende hoge (gevoels)temperaturen is nadelig voor de gezondheid van mensen.

  • Deze kaartlaag geeft de overstromingsdiepte in meters weer bij een overstroming die 1 keer per 10 jaar (grote kans) voorkomt. Alleen overstromingen vanuit de rivieren en zee worden meegenomen in dit scenario. Hevige neerslag wordt niet meegenomen in dit scenario. Overstromingen kunnen schade veroorzaken aan infrastructuur. Vooral laaggelegen gebieden nabij rivieren overstromen.

  • Dit bestand bevat het samenhangend netwerk van wegen die belangrijk zijn voor een goede bereikbaarheid. Het gaat om rijkswegen, provinciale wegen en gemeentelijke wegen. Gemeenschappelijke wegbeheerders hebben over deze wegen afspraken gemaakt in het kader van regionaal verkeersmanagement (RVM). De basis van het bestand is het Nationaal Wegenbestand zoals dat door Rijkswaterstaat wordt beheerd. Hieraan is extra informatie toegevoegd.

  • Deze kaartlaag geeft de locatie van elektriciteiskasten weer die een risico lopen op overstromen bij een bui van 70 mm. Water bij elektriciteitskasten kan een risico op kortsluiting veroorzaken. De brondata is afkomstig van Samenwerking Noordelijke Vechtstromen (SNV). Alleen de data op het grondgebied van Overijssel is gevisualiseerd.

  • Deze dataset geeft de hittestress weer in Noordoost Overijssel, in het deel van de werkregio: Samenwerking Noordelijke Vechtstromen (SNV). De gegevens zijn gemodelleerd met het programma Tygron. Hierbij wordt het verharde oppervlak in combinatie met de nabijheid van verkoelende elementen (groen) gebruikt. Het is een relatieve hittestress kaart waarbij positieve waarden overeenkomen met gebieden met relatief meer hittestress en negatieve waarden overeenkomen met relatief koele gebieden.