From 1 - 10 / 50
  • De laaggelegen historische natte gebieden.

  • Gebieden die in het verleden zijn overstroomd door oorlogshandelingen in 1940-1945.

  • Diepteligging (in m+NAP) van het grensvlak waar het chloridegehalte van het grondwater 150 mg/l bedraagt. Bron: REGIS (1998). Kennis over de diepteligging van het zoet-zout grensvlak is noodzakelijk bij het installeren van putten voor drinkwater, agrarisch of industrieel gebruik. Dit geldt voor installaties waar het grond-water ook daadwerkelijk wordt gebruikt voor bijvoorbeeld vee-drinkwater, beregening, viskwekerijen etc. maar ook voor gesloten systemen zoals koude of warmteopslag.

  • Inventarisatie van indicatieve archeologische waarden. Een indicatieve waarde heeft betrekking op de bovenste 1,2 meter van de ondergrond. Op de kaart staan gebieden met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde, gebieden met een lage archeologische verwachtingswaarde en gebieden waar geen verwachtingswaarde van bekend is ('Geen gegevens'). Deze laatste categorie betreft veelal stads- en dorpskernen. De Cultuurhistorische Waardenkaart is op 26 september 2006 definitief vastgesteld door GS van Noord-Brabant.

  • Actuele vergunningsplichtige grondwateronttrekkingen. De grootte en kleur van het symbool representeren de onttrekkingshoeveelheid in 1993. De attribuuttabellen bij de thema's bevatten o.a. nog gegevens over: het type onttrekking, de naam van de exploitant en de vergunningshoeveelheid.

  • Inventarisatie van historische groenstructuren in het landschap. De groenelementen en structuren zijn veelal door ingrepen van de mens ontstaan. Meestal zijn deze omwille van de functionaliteit ontstaan, denk maar aan houtwallen, heggen, grienden- en hakhoutcultuur, plantage- en ontginningsbossen en bomenrijen. Vaak worden deze nu als natuur beschouwd. Daarnaast zijn er ook groenelementen die esthetische/culturele overwegingen ontstaan, zo kennen we diverse parken, pastorietuinen, dreven en bepaalde solitaire bomen (Juliananlinde). Beide groepen vormen het levend erfgoed van onze provincie. De groenstructuren zijn voorzien van beschrijvingen en foto's. De Cultuurhistorische Waardenkaart is op 26 september 2006 definitief vastgesteld door GS van Noord-Brabant.

  • Het voorkomen van ammoniakmijdende korstmossen, uitgedrukt in de Acidofiele Indicatie Waarde (AIW). Verandering van indicatie waarde in de periode 2004-2010 per uurhok. Een afname van de AIW duidt op een verslechtering van het milieu.

  • Inventarisatie van monumentale bomen. De punten op de kaart geven solitaire bomen weer die een cultuurhistorische betekenis hebben, minimaal 90 jaar oud zijn en in goede gezondheid verkeren. Alle bomen zijn voorzien van beschrijvingen. De Cultuurhistorische Waardenkaart is op 26 september 2006 definitief vastgesteld door GS van Noord-Brabant.

  • Oude tekst: Aangewezen milieubeschermingsgebieden uit het PMP (Provinciaal Milieubeleidsplan) en POP, kaart 12. (Het grondwaterbeschermingsgebied Drentsche Aa is opgenomen in een aparte kaartlaag, zie ook milieubeschermingsgebied Drentsche Aa). NB. : status is concept, medio 2000 behandeling in PS.

  • Stijghoogte in het watervoerend pakket 1. Bepaald aan de hand van stijghoogtegegevens van april 1995. Bron: REGIS (1998).