2000
License
Type of resources
protocol
Years
revisionDateYears
publicationDateYears
-
GS hebben gebieden aangewezen die: a. zijn gelegen binnen de gebieden zoals van rijkswege aangegeven in de bestuursovereenkomst;b. uit oogpunt van landbouw, natuur, bos, landschap, water, milieu, openluchtrecreatie en cultuurhistorie waardevol en kwetsbaar zijn;c. waarin sprake is van een samenhangende en meervoudige problematiek m.b.t. deze beleidsterreinen.(SGB staat voor Stimuleringsregeling Gebiedsgericht Beleid).
-
Ligging van watermolens in de afgelopen 8 eeuwen. Omdat in de loop van de tijd watermolens zijn verdwenen en zijn bijgebouwd gaat het om een totaal beeld en niet om een momentopname.
-
Uittredend grondwater dat in sloten terechtkomt. Op basis van het verschil tussen het slootpeil en de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket. Aangemaakt door het NITG-TNO op basis van de sloten en greppels uit het top10vectorbestand (TDN, 1997?), het Actueel Hoogtebestand Nederland (RWS-MD, 1999) en de stijghoogte in het eerste watervoerende pakket (REGIS, 1998)
-
Inventarisatie van historisch belangrijke gebieden in het landschap. Historische geografie is de ruimtelijke neerslag van de aanpassingen die de mens in de loop der eeuwen heeft gedaan aan de natuurlijke omgeving. Voorbeelden zijn oude akkercomplexen ("bolle akkers" met esdekken), heidevelden, landgoederen. Het hedendaagse Brabantse landschap is het historisch gegroeide resultaat van een eeuwenlange ontwikkeling. Deze kaartlaag bevat een selectie van de gebieden die deze historisch groei nog goed illustreren. De gebieden zijn voorzien van een beschrijving en één of meerdere foto's. De Cultuurhistorische Waardenkaart is op 26 september 2006 definitief vastgesteld door GS van Noord-Brabant.
-
Gemiddelde slootlengte per ha. Voor een cirkelvormig gebied met een straal van 500 meter.
-
Inventarisatie van indicatieve archeologische waarden. Een indicatieve waarde heeft betrekking op de bovenste 1,2 meter van de ondergrond. Op de kaart staan gebieden met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde, gebieden met een lage archeologische verwachtingswaarde en gebieden waar geen verwachtingswaarde van bekend is ('Geen gegevens'). Deze laatste categorie betreft veelal stads- en dorpskernen. De Cultuurhistorische Waardenkaart is op 26 september 2006 definitief vastgesteld door GS van Noord-Brabant.
-
Voor verzuring gevoelige gebieden op basis van gemeentelijke informatie.
-
Stroomgebieden van waterlopen met een natuurfunctie (vrij afwaterend) berekend op basis van de hoogteligging van het maaiveld (AHN (RWS-MD, 1999)). Aangemaakt door NITG-TNO.
-
Een Fysisch-Geografische Eenheid wordt gekenmerkt door een specifieke combinatie van geologie/ geomorfologie: bodem; grond- en oppervlaktewater. Voor de gemeente Vijfheerenlanden, die sinds 1 januari 2019 deel uitmaakt van de provincie Utrecht, is nog geen data beschikbaar.
-
Overstroomd gebied als gevolg van de watersnoodramp in 1953.