Archeologische landschappen
Het doel van het selectieproces was om gemeentegrens overschrijdende archeologische landschappen te selecteren die representatief zijn voor Noord-Brabant en - in potentie - voor de Brabantse geschiedenis tot en met de late middeleeuwen (1500 AD).
Simple
Basis
- Unique resource identifier
-
7a41f7c1-4901-4918-b3d8-6aeb46e63afe
- Status
- Completed
-
Thesaurus provincie Noord-Brabant
-
-
archeologie
-
cultuurbeleid
-
cultuurhistorie
-
cultuurhistorische waardenkaarten
-
cultuurlandschappen
-
geschiedenis
-
- Date (Creation)
- 2010-12-17
- Date (Publication)
- 2012-02-15
- Date (Revision)
- 2012-02-12
- Statement
-
De eerste selectie bestond uit een GIS-analyse waarin de grotere aaneengesloten oude woongronden op een objectieve manier in beeld kwamen (zie paragraaf 2.2.1. en figuur 2.1 in het rapport). Uit de op deze wijze verkregen groslist van meer dan 50 potentiële archeologische landschappen, zijn die gebieden geselecteerd die passend zijn voor het provinciale schaalniveau: het moest gaan om grootschalige geografische eenheden die gemeentegrensoverschrijdend zijn.
Kleinere archeologische landschappen, en grotere archeologische landschappen die zich (vrijwel) tot het grondgebied van één gemeente beperkten, zijn gedeselecteerd en vallen af (figuur 5.1 van het rapport). Deze selectie is in twee stappen uitgevoerd. Allereerst zijn alle potentiële landschappen die niet of vrijwel niet gemeentegrensoverschrijdend zijn, gedeselecteerd. De overgebleven gebieden zijn op grond van hun omvang in een reeks gezet (figuur 5.2 van het rapport). Er zijn verschillende “sprongen” in de grafiek aan te wijzen. Er is voor gekozen om de “sprong” van kleine naar middelgrote gebieden op ca. 5 km2 als ondergrens te nemen. Gebieden kleiner dan ca. 5 km2 zijn als te klein beschouwd en afgevallen.
Na de eerste selectieronde bleef een shortlist van 22 potentiële archeologische landschappen over. Deze potentiële landschappen waren na de analyse nog ruw begrensd door hun de globale GIS-analyse-grenzen. In een laatste fase zijn deze landschappen daarom op basis van landschappelijke
fenomenen en geomorfologische kenmerken “afgewerkt” met hun natuurlijke begrenzingen zoals beekdalen en droogdalen (figuur 5.2). Bijzondere aandacht hierbij was voor de beekdalen. De laatste jaren is duidelijk geworden dat vooral de delen van beekdalen die grenzen aan intensief bewoonde gebieden (zoals bij de Brabantse dekzandeilanden), rijk kunnen zijn aan bijzondere vondstcomplexen met name met betrekking tot het rituele landschap.
De tweede selectie was inhoudelijk van aard. Het moest gaan om een selectie van landschappen die representatief zijn voor de landschappelijke diversiteit van Noord-Brabant en met het grootste archeologische kennispotentieel.
Als criteria hierbij gelden de landschappelijke opbouw van de landschappen, en de mate van gaafheid en overdekking van de potentiële landschappen (zie paragraaf 2.2.1).
Aan de hand van deze criteria is de tweede selectieronde in drie stappen tot stand gekomen:
1. Bij de eerste stap is gekeken naar de deellandschappen waaruit de potentiële archeologische landschappen zijn opgebouwd en naar hun gaafheid. Het blijkt dat een deel van de landschappen zich kenmerkt door een unieke combinatie van deellandschappen (tabel 5.1). In figuur 5.4 zijn deze unieke potentiële landschappen apart aangegeven. De overige landschappen zijn gerangschikt in 3 clusters: landschappen die liggen op het plateau, landschappen gelegen in het oostelijk zandgebied en landschappen gelegen in het centrale zandgebied, waarvan er minimaal 1 per cluster geselecteerd diende te worden. In figuur 5.5 is de mate van gaafheid per potentieel landschap aangegeven.
Archeologische landschappen met een unieke samenstelling van deellandschappen
(tabel. 5.1) en met een relatief hoge mate van gaafheid (groter dan 86%), blijven geselecteerd. Op basis van deze regel blijven de landschappen die representatief zijn voor de landschappelijke diversiteit van Noord-Brabant en die zich kenmerken door een hoge mate van gaafheid geselecteerd: landschappen 1, 12, 13, 14, 16, 18, 20, 22, 23, 26, 28, 30, 35, 36 en 37.
2. Archeologische landschappen met een kleine mate van gaafheid (kleiner dan 86%), zijn gedeselecteerd en vallen af. Op basis van deze regel zijn de landschappen 24, 29, 25, 11 en 9 gedeselecteerd;
3. Archeologische landschappen zonder unieke samenstelling van deellandschappen,
waar geen AMK-terreinen benoemd zijn (dus beperkt archeologisch kennispotentieel) en waar sprake is van een relatief lage overdekkingsgraad (kleiner dan 30%) en derhalve een relatief kleine kans op goed geconserveerde archeologische waarden, zijn gedeselecteerd en vallen af. Hierdoor valt landschap 2 af.
Op basis van deze landschappelijke en archeologische criteria, zijn uit de selectie van 22 landschappen uiteindelijk 16 provinciaal archeologische landschappen overgebleven (figuur 5.6 en Kaart Archeologische Landschappen Noord-Brabant in Catalogus).
Verder is er nav de inspraak van de CHW2010 en Verordening ruimte fase 1 nog wijzigingen doorgevoerd en is de begrenzing hier en daar aangepast (oa door wijzigingen in het bestaand stedelijk gebied).
In versie 2 van het bestand is de kolom STRATEGIE toegevoegd
- Point of contact
-
organisationName electronicMailAddress role Provincie Noord-Brabant
Owner
- Use limitation
-
Dit bestand mag extern gepubliceerd worden
- Use limitation
-
Geen gebruiksbeperking, dit bestand kan onbeperkt uitgeleverd worden.
- Use constraints
- Intellectual property rights
- Access constraints
- Intellectual property rights
Legal constraints
- Access constraints
- Other restrictions
- Other constraints
-
geen beperkingen
spatial
- Denominator
- 50000
Metadata
- Metadata author
-
organisationName electronicMailAddress role Provincie Noord-Brabant
Point of contact