From 1 - 10 / 844
  • De Archeologische kaart IJsselmeergebied presenteert onderzoeksthema’s die relevant zijn voor de archeologie in dat gebied. De landschappelijke ontwikkeling en bewoningsgeschiedenis wordt in vijf perioden beschreven en geïllustreerd met een generiek landschapsbeeld. De landschapskaarten vormen de basis waaraan de onderzoeksthema’s zijn gekoppeld.

  • Categories  

    Basisregistratie Ondergrond (BRO) Geomorfologischekaart

  • Categories  

    De Geomorfologische kaart van Nederland geeft informatie over de vorm en het ontstaan van het landschap. Ieder geomorfologisch vlak op de kaart laat een landvorm zien. De landvormen worden gekarakteriseerd door het reliëf, type landschapsvorm (vormgroep), de ontstaanswijze (genese) en eventueel aanvullende informatie over de aard en morfologie van afdekkende sedimentpakketten en/of lokale reliëfaspecten. Een uitgebreide beschrijving van de legenda van de Geomorfologische kaart van Nederland is te vinden op https://legendageomorfologie.wur.nl. De Geomorfologische Kaart van Nederland maakt deel uit van de basisregistratie ondergrond (BRO), het 'model geomorfologie'. De bijbehorende brondocumenten, totstandskomings- en validatiedocumenten zijn opvraagbaar bij de BRO. De Geomorfologische kaart van Nederland versie 2019 bestaat uit drie lagen: de geomorfologische vlakken en twee bijbehorende kaartlagen ('dijken van geomorfologisch belang' en 'water van geomorfologisch belang'). Deze extra kaartlagen zijn niet als landvorm geclassificeerd, maar hebben een onderkent belang voor de geomorfologie ter plaatse. De dijken van geomorfologisch belang komen uit eerdere versies van de Geomorfologische kaart van Nederland (2004 & 2008). Het water van geomorfologisch belang is een selectie van de watervlakken uit de Top10NL (april 2019).

  • Kleinste functioneel onafhankelijk stukje water met gelijkblijvende, homogene eigenschappen en relaties dat er binnen het objecttype Water van NEN 3610 wordt onderscheiden en dat permanent met water bedekt is.

  • puntrepresentatie van de duiker, sifon of hevel

  • Het Oppervlaktewaterlichaam (Hydro-object) vormt de kleinste homogene (geometrische) eenheid van het oppervlaktewatersysteem.

  • Een onderbreking in een waterkering voor de doorvoer van een weg of spoorweg, die bij extreme waterstanden afsluitbaar is.

  • Deze kaarten geven de ligging van de top van de Pleistocene oppervlakte weer, dat in de loop van het Holoceen voor een groot deel is bedekt met zee- en rivierafzettingen en veen. Eén van de kaartlagen (plzgeul) betreft een reconstructie van het Pleistocene oppervlak aan het begin van het Holoceen (ca. 9000 v. Chr; meter t.o.v. NAP). De andere kaartlaag (plmgeul) geeft de huidige ligging van het Pleistocene oppervlakte weer (meter t.o.v. NAP). Hierop zijn de grote Holocene geulinsnijdingen in de Nederlandse kustvlakte (de rode geulvormen) goed zichtbaar.

  • Structuurdragers zijn landschappelijke karakteristieken (elementen, patronen) die kenmerkend zijn voor een bepaald landschapstype. Ze illustreren het verhaal van dat landschapstype.

  • Een landweer is een laatmiddeleeuwse (vaak 14de of 15de-eeuwse) aarden wal die werd aangelegd om het grondgebied buiten een nederzetting te beveiligen. Landweren zijn zo’n twee meter hoog – en inclusief droge grachten aan weerszijden van de wal – vier tot tien meter breed. De aarden wallen werden dicht beplant met doornstruiken en kreupelhout of soms met palissaden. Zo vormden ze flinke obstakels voor ongewenste bezoekers. De meeste overblijfselen van landweren liggen in Limburg en op de zandgronden van Gelderland en Overijssel. Een groot deel van de circa 100 in Nederland gekarteerde landweren is geheel verdwenen. De dataset 'Landweren' bestaat uit een lijnen- en een puntenbestand.